Aan het einde van de handelsdag noteerde de Dow-Jonesindex van dertig
hoofdfondsen 1,5 procent lager op 11.215,51 punten.

Daarmee bedraagt het verlies voor de Dow sinds de laatste piek van 9
oktober 2007 20,8 procent.

De bredere S&P-500 index verloor woensdag 1,8 procent op 1.261,52 punten.
Met een negenmaandsdaling van 19,4 procent wist de S&P nog net uit de
klauwen van de ‘bear’-markt te blijven. De technologiebeurs Nasdaq verloor
2,3 procent en sloot op 2251,46 punten.

De Dow Jones zette woensdag voor de twaalfde keer sinds 1962 een verliesreeks
van meer dan 20 procent neer. Volgens de Amerikaanse vermogensbeheerder
Birinyi bedroegen de verliezen tijdens zogenoemde bear-perioden gemiddelde
29 procent en was de duur van zo’n dip gemiddeld 322 dagen.

De grootste naoorlogse inzinking van de Dow Jones begon in januari
1973, tijdens de eerste oliecrisis. Deze dip bracht een verlies van 45
procent en duurde 694 dagen.

De beurzen in New York konden woensdag de bescheiden winst bij de openingsbel
niet vasthouden. Winstwaarschuwingen van met name technologiefondsen deden
het sentiment keren.

Een verder naar recordhoogte stijgende olieprijs deed de beurzen verder
wegzakken. De prijs van een vat olie stipte een nieuw recordbedrag aan van
144,02 dollar per vat. Als gevolg van die stijgende olieprijs bevonden zich
onder de dalers dan ook veel luchtvaartmaatschappijen.

De moedermaatschappij van American Airlines, AMR, verloor 4,7 procent.
Het bedrijf gaf aan misschien negenhonderd banen te moeten schrappen onder
het vliegtuigpersoneel als gevolg van de hoge olieprijzen.Het aandeel
Continental Airlines daalde met 11,2 procent.

Vliegtuigbouwer Boeing was met een min van 2,4 procent een van de dalers aan
de Dow-Jonesindex. Andere grote dalers waren machinefabrikant Caterpillar
(-4,9 procent) en aluminiumconcern Alcoa (-6,8 procent).

Microsoft noteerde 3,7 procent lager na een bericht in de Wall Street Journal
dat het op zoek is naar andere mediapartners om alsnog Yahoo! over te nemen.

Autofabrikant General Motors, die dinsdag nog de beurzen omhoog trok, was
woensdag medeverantwoordelijk voor de negatieve stemming op Wall Street. Het
aandeel onder de Dow-fondsen sloot 15,1 procent lager. Zakenbank Merrill
Lynch gaf de autofabrikant een afwaardering na weliswaar beter dan
verwachte, maar slechte verkoopcijfers over de maand juni.

Ook was er teleurstelling over een tegenvallend cijfer over de
werkgelegenheid in het Amerikaanse bedrijfsleven. Particuliere werkgevers in
de VS hebben in juni 79.000 banen geschrapt, zo bleek woensdag uit cijfers
van salarisverwerker ADP. Analisten rekenden in doorsnee op een afname van
20.000. Het is het grootste banenverlies in het Amerikaanse bedrijfsleven
sinds november 2002.

"Ik denk dat dit een voortduring van de neerwaartse trend is en misschien
zelfs wel angst voor het nieuws van morgen'', aldus een handelaar.

Donderdag wordt een belangrijk macrocijfer over werkloosheid gepubliceerd. Dat
is ook de dag waarop naar verwachting de Europese Centrale Bank de rente zal
verhogen. Een renteverhoging zal de euro sterker maken en dus een negatief
effect hebben op de dollar.

"Beleggers lijken wel op zoek te zijn naar elk stukje nieuws dat
negatief kan zijn en die houding weegt zwaar op het sentiment in de markt'',
aldus een strateeg.

De zwaar getroffen financiële sector op Wall Street profiteerde van de
bekendmaking door Deutsche Bank en zakenbank UBS dat in het tweede kwartaal
geen extra kapitaal hoeft te worden aangetrokken. Zakenbank JPMorgan Chase
steeg 1,7 procent. Lehman noteerde een winst van 6,7 procent. Met de winsten
werd de negatieve spiraal veroorzaakt door General Motors iets teniet
gedaan.

Na de slotbel in New York stond de euro op 1,5880 dollar, tegen 1,5870 dollar
aan het einde van de Europese handelsdag woensdag.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl